Ik ben buiten. Het is tijd om mijn buitenterrein inspecteren. Standvastig loop ik door mijn tuin. Eerst ga ik naar het grasveldje aan de rechterkant. De lavendel en vlinderstruik staan er precies bij zoals anders. Het gras is ook nog steeds hetzelfde, en de klimop van de buren hangt nog net zover over mijn schutting als altijd. Check.
De stoep achterin de tuin is ook onveranderd. Ik wandel langs het volledige terrein, om daarna midden op de stoep op mijn rug te rollen in de het zonnetje. Hmmm! Die warme tegels op mijn vachtje zijn hemels!
Tot slot inspecteer ik het linker veldje. Hier is een deel gras, een deel zand. Tot voor kort was het gras en bladeren en daarvoor was er enkel gras. Het zand ruikt naar oude bladeren en poepgrond. Langhaar en Brillemans hebben een paar maanden geleden nieuw zand gelegd, wat anders rook dan de omliggende grond. Er zat mest in, zeiden ze, maar ik vind het gewoon ruiken naar poep. Daar kan ik niet zitten voor mijn eigen behoefte.
Ik loop door naar één van mijn plekjes in het gras. Ik snuffel en bevestig dat het inderdaad nog steeds naar mij ruikt. Dan draai ik me om en doe een plasje. Wederom snuffel ik ter bevestiging. Ja, dat is van mij en iedereen mag het weten.
Ik verlaat het gras en wandel terug naar de achterdeur. Zowel Langhaar als Brillemans zitten achter hun tikmachine. Ze kijken heel serieus. Ze denken duidelijk dat ze iets belangrijks aan het doen zijn. Niets is echter belangrijker dan ik.
“Miauw!” zeg ik luid en allebei mijn Tweebenigen springen overeind.
Langhaar lacht.
“Ze heeft ons goed geconditioneerd!” grapt ze.
Ik zeg niks en laat me knuffelen. Het is belangrijk om gewenst gedrag te belonen.
Categorie: Blog (Pagina 7 van 8)
Vandaag leek wat positiever te beginnen dan anders. Brillemans meldde zich tijdig om mij van natvoer te voorzien en me uit de garage te laten. Het duurde helaas niet lang voordat ik ernstig werd teleurgesteld. Hij gaf me mijn eten, probeerde me te aaien (dat kan ik tijdens het eten echter niet toestaan) en bleef nog even bij me tot hij zijn rookding ophad. Alles was zoals gewoonlijk.
Maar toen verliet hij de garage en sloot hij de deur achter zich, met mij er nog in!!! Wat een brutaliteit! Ik keek toe vanaf mijn plekje op de diepvries, mijn voorpootjes op het raamkozijn in de deur. In plaats van te reageren op mijn overduidelijke boodschap, deed hij echter zijn tikmachine open en begon hij te praten met stemmen die uit dat ding kwamen. Echt totaal onacceptabel gedrag! Ik heb hem dan ook zeer hatelijk aangekeken en liet me niet door hem aaien toen hij me uiteindelijk in huis liet.
Ik heb er vanochtend lang op moeten wachten, maar Langhaar heeft me dan toch van de hongersnood gered. Ik geef haar benen een kopje als beloning, ook al was de service ronduit slecht. Ze tilt me op en ik begin automatisch te spinnen terwijl ik mijn voorvoetjes op haar schouder plaats.
“Heb je mammie zo gemist vannacht?” vraagt Langhaar al kroelend.
“Mrra”, zeg ik en ik geef haar een kopje.
“Mammie jou ook, schat. Mfah!” Ik krijg een kus op mijn kop en wrijf de aanraking direct af aan haar gezicht.
“Oh! Krijg ik nu een kusje terug van jou? Je bent toch ook een lieverd!”
Ik zucht inwendig. Zou ze me ooit gaan begrijpen? Ik vrees ervoor…
Ik ben al weer eeuwig aan het miauwen om eten en ben het echt kotsbeu. Het begint al wat te duizelen in mijn hoofd en mijn miauwen worden steeds luider en luider.
Tevergeefs, natuurlijk.
Langhaar en Brillemans doen op zondag iets wat ze ‘uitslapen’ noemen. Nou, ik vind het niets anders dan pure kattenverwaarlozing! Ik zit hier in de garage met de deur dicht en mijn natvoerbakje leeg. De brokjes die er altijd staan, kunnen mijn extreme honger in lekkers totaal niet stillen, dus ik probeer het nog maar eens.
Eindelijk hoor ik beweging in huis en even later verschijnt Langhaar voor het slaapkamerraam.
“Mammie komt!” roept ze lieflijk en ik miauw nog harder om haar aan haar verzaakte plicht te herinneren. Het is ook altijd hetzelfde liedje met die Tweebenigen. Lekker weekend hebben, noemen ze dat, maar intussen een beetje voor mij zorgen? Ho maar! En dat noemt zichzelf kattenliefhebbers!
Langhaar heeft ook een bril tegenwoordig. Dat maakt mijn naam voor haar niet minder accuraat, maar ineens lopen er dus twéé Tweebenigen rond met een bril. Brillemans en Brillevrouw dus, zeg maar. Mmm… Dat laatste bekt toch niet zo lekker. Ik blijf bij ‘Langhaar’.
Zucht!
Langhaar wilde weer aan haar tikmachine zitten, dus ik werd bruut verstoten van mijn lekkere plekje op haar stoel. Ze ging gewoon bij me zitten en aaide me over mijn kop! De brutaliteit! Ik heb daar meteen korte metten mee gemaakt door op de grond te springen en protesterend te miauwen. Zulk soort onzin kan dus echt niet!
Nu zit ik te mokken op de bank. Ik probeer wat naar buiten te staren, maar daar valt niets te beleven. Dan toch maar eens kijken bij Brillemans en zijn tikmachine aan de eettafel.
“Waar is ze nou?” vraagt Langhaar, en Brillemans verraadt mijn positie. Op naar mijn kattenkasteel.
Ook daar is het saai. Ik geef toe en loop terug naar Langhaar.
“Mrrauw!” zeg ik ietwat klaaglijk.
Ze kijkt me aan.
“Hey, schat!” zegt ze en ze krabt wat achter mijn oren. “Ben je dan toch weer hier?”
Dat is teveel van het goede, dus ik besluit wederom te verkassen. Ik zit een tijdje naast Brillemans op de vloer, kijkend naar zijn schoot. Hij zit echter te dicht bij de tafel om erbij te passen en miauwen om meer ruimte is geen optie. Ik kan niet zomaar gezien worden als zijnde een liefhebber van zijn nabijheid. Dat is slecht voor mijn reputatie.
Ik zucht nogmaals en keer terug naar Langhaar. Ik bekijk haar kort vanonder haar bureau en krijg dan haar aandacht.
“Kom maar,” zegt ze, uitnodigend op haar been tikkend. “Kom er maar bij.”
Ik voel mijn ogen groot worden en geef toe aan de verleiding.
“Gezellig hè?” zegt Langhaar, en mijn spinnertje gaat aan. Stiekem vind ik haar toch wel lief.
Er is weer wat veranderd in mijn tuin. En zoals gewoonlijk, hebben mijn Tweebenigen het volledig nagelaten om mij hierover om toestemming te vragen – of zelfs maar te informeren. Ik ontdek het als ik even van binnen naar buiten ga om mijn behoefte te doen. Daar waar ik altijd ga zitten op het grasveld, aan de rand van een hoeveelheid bladeren, ligt nu een kale zandvlakte met zo hier en daar een sprietje gras en een overgebleven blaadje. Intussen ligt er tegen de schutting een berg met bladeren, die bijna mijn weg naar de buurtuin blokkeert. Ik kan dus niet anders dan op onderzoek uitgaan.
Ik loop voorzichtig naar de bladerhoop toe (je weet maar nooit wat zich daarin verschuilt). Een korte inspectie met mijn neus vertelt mij dat dit dezelfde bladeren zijn die al een paar maanden op een deel van mijn grasveld liggen. Er is geen geritsel van verscholen muizen, dus de berg is niet meer interessant. Op naar de vlakte.
Die ruikt naar de bladeren die er tot voor kort in een dikke laag bovenop lagen. Het meeste gras dat er voor de herfst groeide, is verdwenen. Ik loop al snuffelend over het zand, maar ontdek ook hier niets interessants. Wel markeer ik de locatie in de kaart in mijn hoofd als een perfecte plek voor een poepje. Ik houd wel van wat zand onder mijn pootjes tijdens het ledigen van mijn darmen. Dat scrubt zo lekker mijn kussentjes.
Soms praat Langhaar in zichzelf, maar dan gebruikt ze wel mijn naam. Dat doet ze als ze hardop uitprobeert wat ze op haar toetsenbord (waar ik dan weer niet op mag liggen, echt heel stom) allemaal heeft zitten tikken.
“Diva!” roept ze nu uit.
Ik kijk haar lelijk aan. Het is niet netjes om mijn naam in ijdel te gebruiken. Dat waardeer ik ten allerminste!
Wederom een teleurstellende dag vandaag. Ik zat al helemaal niet lekker in mijn vel, met wat pijn aan mijn wang en koorts, brengen ze me potverdorie ook nog eens naar de dierenarts!! Alsof ik dáárop zit te wachten!
Uiteraard was het daar geen pretje. Ik werd overal gepord, kreeg een stok in mijn kont en werd vervolgens geprikt in mijn pijnlijke wang. Toen daar inderdaad een abces bleek te zitten, heeft dat dierenarts-mens me ook nog eens geschoren daar en een snee gemaakt! Om dan daarna óók nog de wond lopen spoelen met een bijtend middel en me nóg een prik te geven in mijn nek! Tegen de koorts en pijn, zogezegd. Pfah! Het gore lef van die Tweebenigen!
Gelukkig voelde ik me een paar uurtjes later al wel weer wat beter, maar ja, dan zijn er nog steeds twee keer per dag die pillen die Langhaar door mijn strot douwt. Dan kan ze wel wat krabben verwachten, hoor! Dat laat ik echt niet zomaar toe. Ik ben een nette poes!
Het leven met mij is gewoon een feestje. Ik verspreid mijn haren als confetti door het huis en besprenkel kleding met de sprankelende glitters van mijn aanwezigheid. Geen enkele vachtroller, kledingborstel of stofzuiger is bestand tegen mijn alom aanwezige schoonheid.
Langhaar heeft zojuist haar rok gemaakt. Die had ze gescheurd tijdens het spelen met een of ander mensenjong (blèh!). Ze hield hem omhoog en verklaarde trots dat er niets meer van de scheur te zien was.
“Behalve dan die haren van Diva,” voegde ze toe (met een zekere blijdschap, uiteraard). “Die blijf je altijd wel zien.”
Ik kijk haar aan met mijn mooie groene ogen en miauw.
“Graag gedaan zeker?” zegt ze, en ik geef haar nogmaals een verbale bevestiging. Tweebenigen zijn zo needy!