Er is weer wat veranderd in mijn tuin. En zoals gewoonlijk, hebben mijn Tweebenigen het volledig nagelaten om mij hierover om toestemming te vragen – of zelfs maar te informeren. Ik ontdek het als ik even van binnen naar buiten ga om mijn behoefte te doen. Daar waar ik altijd ga zitten op het grasveld, aan de rand van een hoeveelheid bladeren, ligt nu een kale zandvlakte met zo hier en daar een sprietje gras en een overgebleven blaadje. Intussen ligt er tegen de schutting een berg met bladeren, die bijna mijn weg naar de buurtuin blokkeert. Ik kan dus niet anders dan op onderzoek uitgaan.
Ik loop voorzichtig naar de bladerhoop toe (je weet maar nooit wat zich daarin verschuilt). Een korte inspectie met mijn neus vertelt mij dat dit dezelfde bladeren zijn die al een paar maanden op een deel van mijn grasveld liggen. Er is geen geritsel van verscholen muizen, dus de berg is niet meer interessant. Op naar de vlakte.
Die ruikt naar de bladeren die er tot voor kort in een dikke laag bovenop lagen. Het meeste gras dat er voor de herfst groeide, is verdwenen. Ik loop al snuffelend over het zand, maar ontdek ook hier niets interessants. Wel markeer ik de locatie in de kaart in mijn hoofd als een perfecte plek voor een poepje. Ik houd wel van wat zand onder mijn pootjes tijdens het ledigen van mijn darmen. Dat scrubt zo lekker mijn kussentjes.