Ik had het er laatst met mijn man over wat ik intussen als normaal beschouw: blauwe nagels en koude handen en voeten (van het fenomeen van Reynaud dat ik mijn leven lang al heb), constant hoofdpijn (al sinds mijn 15e), altijd buikpijn (door mijn spastische darm; sinds 2006) en duizeligheid als ik ga staan (ook ongeveer sinds mijn 15e; sinds 2001/02 dus). Ik ben het zo gewend om altijd wel ergens last van te hebben, dat ik er vaak helemaal niet aan denk om alle symptomen die ik ervaar te benoemen als ik naar de dokter ga. Zoveel ervan zijn normaal.
Maar, zoals mijn man mij eraan herinnerde, al die symptomen zijn helemaal niet normaal. De meeste mensen hebben helemaal geen pijn als baseline. Dàt is normaal. De meeste mensen hebben een reguliere stoelgang. Dàt is normaal.
En de meeste mensen vallen niet flauw als ze opstaan. Dat ia normaal.
“Als je in Tilburg door de winkelstraat loopt, zie je toch ook niet allemaal mensen flauwvallen?” voegde hubby er aan toe. Ik val natuurlijk ook niet flauw als ik loop, maar dat soort kleinzerigheid hield ik voor me. Als ik loop (tóen ik nog kon lopen), kan (kon) ik immers ook mensen zien opstaan van een bankje of stoel. En nee, ik heb nog nooit iemand zien flauwvallen bij dat opstaan.
Zelf ben ik al een tijdje juist steeds vaker gaan flauwvallen. Naarmate mijn ME erger werd, verergerde ook de POTS (Posturaal Orthostatisch Tachycardia Syndroom). Dat maakt dat ik duizelig word bij het opstaan vanuit liggen of zitten. Wat daar het beste tegen helpt, is beweging. Maar ja, daar heb je het al. ME en beweging gaan nou niet bepaald goed samen. Dus, de POTS werd erger naarmate ik sinds 2017 steeds minder kon bewegen.
Dat is mijn normaal. Maar normaal is het niet.