Het is weer zover. Langhaar wil weer typen terwijl ik op haar schoot lig. Zonder mij ook maar iets te vragen, schuift ze me met deken en al van haar lekker zachte dijen naar haar knokige schenen. Dan legt ze haar tablet op mijn plek en begint met schrijven.

Ik kijk er al niet eens meer van op. Dit soort mishandeling is hier dagelijkse kost. Iedere dag lig ik heerlijk te poezelen op Langhaars schoot en iedere dag word ik meerdere malen gewoon van mijn plekje verstoten. Enkel omdat Langhaar vindt dat ze iets anders te doen heeft dan dienst te doen als mijn kussen.

Moedeloos blijf ik liggen op mijn nieuwe plek. Ik kijk even naar de kinderen die buiten voetballen in het park. Ik hoor hun hoge stemmetjes, maar ze zijn te ver weg om mijn lijden te kunnen observeren. Ik zucht diep en leg mijn kopje neer. Er zit niets anders op dan op deze plek verder te slapen. Niemand zal me komen redden van mijn tragische lot.

*Zucht!* Tweebenigen zijn zo gevoelloos.